Bij pastorale spoed

Telefoon:
020-6191766


(voor Amsterdam-West)

Draagt u bij?

Wij willen een plek zijn van aandacht en ontmoeting met God en met elkaar. Dat kan niet zonder uw steun.
Geef nu!

Facebook

e-Nieuwsbrief



Het Emmaüsverhaal

Het Emmaüsverhaal is een mooi paasverhaal. Het is het verhaal van de Levende Heer die met ons mensen meetrekt. Hij gaat met ons mee op de weg die wij gaan. Jezus trekt mee met de twee Emmaüsgangers die eigenlijk die verkeerde kant op lopen. Zij zoeken hun heil in oorlog en geweld. Zij verlaten Jeruzalem om zich in het geweld van Emmaüs te gaan storten. Jezus is echter bereid om een eind met hen mee te lopen op deze verkeerde, heilloze, weg. Jezus gaat ook met ons mee op onze weg. Ook wij kunnen Hem ontmoeten, onder meer bij het breken van het Brood. Wij kunnen Hem ontmoeten in de Schrift waaruit wij iedere viering lezen. Door een gelovig gesprek en door te vertellen uit de Schrift veranderen de twee Emmaüsgangers in diepgelovige leerlingen.

Moge het geloof in de opgestane Heer ook in ons, ondanks de moeilijke coronatijd, waar wij ons in bevinden, groeien door met elkaar in gesprek te gaan en door te luisteren naar de Schrift.
Igno Osterhaus, pastor

De Emmaüsgangers

Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas 24,13-35)

In die tijd waren er twee van de leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en dat ruim elf kilometer van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hun toe en liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek, dat gij onderweg met elkaar voert?” Met een bedrukt gezicht bleven zij staan. Een van hen, die Kléopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: “Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?” Hij vroeg hun: “Wat dan?” Ze antwoordden Hem: “Dat met Jezus, de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord, in het oog van God en van heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen.
En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn, die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het al de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn.
Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest, maar ze hadden zijn lichaam niet gevonden, en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen zij niet.”
Nu sprak Hij tot hen: “O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.” Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe.
Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?” Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Deze verklaarden: “De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.” En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.

 

 

 

 
© 2024 RK Amsterdam-West      Alle rechten voorbehouden     Realisatie: De Zalige Zalm / Plyworks Media
RSS Inloggen